Bavo De Cooman
schrijver & verteller
schrijver & verteller
“Vorige week brak er een virus in onze computer uit. Het spatte door het scherm heen en trof mijn vader recht in het aangezicht. Hij liet een korte, verschrikte zucht en viel achterover in zijn stoel….”
“Het Lot is wreed van aard. Het kijkt naar de mens zoals een kleine jongen naar een gevangen spin, boosaardig afwegend welke poot hij eerst zal uittrekken…”
“Ik was een nachtdier. Ik werd wakker in de late namiddag, maar kwam pas tot leven toen de avond viel. Toen kroop ik uit mijn hol, vond mijn soortgenoten en ging met hen op jacht. Waarop we jaagden wisten we zelf niet goed. Op de roes, zeiden we soms tegen elkaar. Op het delirium, stelden we een andere keer voor. In feite jaagden we vooral op vergetelheid…”
Ik waag me niet vaak aan gedichten, en als ik het al doe, waag ik me al zeker niet aan een publicatie ervan. Dit is een uitzondering. Een experimentje met de sonnetvorm leidde ooit tot dit donkere gedicht…
“Hij komt terug. Hij die niet stilstaat. Ik voel het. Iedereen voelt het. Het kan niet anders, de mensen zijn in tijden niet meer zo onrustig geweest. Alsof men de lente voelt aankomen nog voor er één knop aan een boom verschenen is…”
“Pijkenaas wist best dat hij er niet normaal uitzag. Een sjofel voorkomen, warrig haar en kleren in zoveel kleuren dat je ogen er pijn van deden. En dan was er ook nog die stofzuiger, die met twee riemen aan zijn rug was bevestigd. Maar dat was de bedoeling. Hij had zijn tegenstanders al vaker met zijn uiterlijk verblind…”
De Tragedie van de Complexe Zin
Eén zin. En dan nog een.
Voor de eerste keer was James Bond er niet helemaal gerust op. Het zeewater was kouder dan anders en er was in de verste verte niemand te bespeuren…
Als aperitief had ik graag een retorische vraag alstublieft…
“Ik heb het niet over buiten mevrouw, ik heb het over binnen. Binnenin mijn koffie. Ik had koffie met een wolkje melk gevraagd…”